Welkom
Have an account? Log in or

Aangifte van schuldvordering

Aangifte van schuldvordering

Op economisch vlak zijn het zware tijden. Over heel 2012 legden er in gans België niet minder dan 10.587 bedrijven de boeken neer. En ook dit jaar vielen er in Vlaanderen elke maand al zo’n 500 faillissementen te betreuren.

Vooraleer die bedrijven failliet gingen, oefenden zij doorgaans nog wel economische activiteiten uit. Ze schreven facturen uit, incasseerden voorschotten en gingen verbintenissen aan.

Gaat uw aannemer failliet nadat u hem een voorschot betaalde? Of een leverancier vooraleer hij uw betaalde goederen of diensten kon leveren? In dat geval bent u uw geld niet per definitie kwijt, maar u moet wel oplettend zijn en vooral snel optreden.

Een faillissement wordt immers gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en als voorzichtige burger wordt u geacht daarvan op de hoogte te zijn. In het faillissementsvonnis wordt een curator aangesteld. Deze heeft onder meer als taak een inventaris te maken van de schulden en de uitstaande vorderingen en van alle roerende en onroerende goederen van de gefailleerde. Daarvoor moet hij vanzelfsprekend alle bekende schuldeisers aanschrijven. Wanneer hij van uw voorschot of betaling echter geen spoor terugvindt in de boeken van de gefailleerde, moet u zelf aan de slag.

Daarvoor dient u een gedetailleerde aangifte van schuldvordering neer te leggen op de griffie van de rechtbank van koophandel. Een kopie van deze aangifte van schuldvordering bezorgt u best aan de curator. Bovendien voegt u bij uw aangifte van schuldvordering ook best de nodige bewijsstukken waaruit één en ander blijkt.

Vervolgens zal de curator uw schuldvordering controleren en deze al dan niet opnemen in het passief. Sinds de Wet van 6 december 2005 kan hij ook beslissen de schuldvordering aan te houden. Tegen de beslissing van de curator om uw schuldvordering (gedeeltelijk) te verwerpen of niet op te nemen in het bevoorrechte passief, kan u zich in ieder geval verzetten. U heeft hiervoor één maand de tijd vanaf de neerlegging van het proces-verbaal van de beslissing.

Naast de aanstelling van de curator, vermeldt het faillissementsvonnis de uiterste datum voor de aangifte van schuldvordering. Sedert de wet van 6 december 2005 kan ook na deze datum nog een aangifte van schuldvordering worden ingediend, maar de terugbetaling is beperkt tot het actief dat nog niet werd verdeeld. Bovendien draagt u zelf de kosten die voortvloeien uit verificatie van uw schuldvordering.

In ieder geval dient de aangifte van schuldvordering te gebeuren binnen het jaar na het faillissementsvonnis.

Eenmaal alle schuldeisers bekend zijn en een inventaris werd gemaakt van de roerende en onroerende goederen van de gefailleerde, zal de curator deze laatste ten gelde maken. Tegelijkertijd probeert hij de schulden aan de gefailleerde te innen. Wat overblijft, verdeelt de curator onder de bekende schuldeisers, lees: de schuldeisers die aangifte van schuldvordering deden.

Geniet u één of ander voorrecht (bv. als verhuurder) of een eigendomsvoorbehoud, dan hebt u meestal een voetje voor. Anders zal u pas worden uitbetaald nadat alle bevoorrechte schuldeisers en de kosten voor het beheer van het faillissement zijn vergoed.

In de praktijk valt er bij een faillissement vaak niet erg veel te rapen voor de gewone (niet-bevoorrechte) schuldeiser. Nochtans betekent dat niet dat het niet de moeite zou lonen een aangifte van schuldvordering in te dienen. Wanneer u niets ontvangt, ontvangt u een attest pro fisco. Daarmee kan u tenminste uw vordering al afschrijven.

Bovendien stelt zich de vraag of (en wanneer) u zich kan richten tot de persoon achter de gefailleerde vennootschap, diens echtgenoot of diegenen die zich borg stelden.

Enkel wanneer het een natuurlijke persoon betreft, die handel dreef zonder vennootschap, kan u zich in principe na het faillissement weer tot hem richten voor het niet-betaalde gedeelte van uw schuldvordering. Dit kan niet bij rechtspersonen en al evenmin wanneer de persoon in kwestie bij sluiting van het faillissement verschoonbaar wordt verklaard. In dat geval moet u genoegen nemen met de (mogelijke) opbrengsten van het faillissement. De verschoonbaarheid is tegenwoordig de regel, zodat u slechts in zeer uitzonderlijke gevallen een vordering heeft tegen de gefailleerde natuurlijke persoon.

Bovendien wordt de echtgenoot van de persoon achter de onderneming automatisch mee verschoonbaar verklaard, zodat u zich in dat geval evenmin tot hem of haar kunt richten. Deze verschoonbaarheid geldt echter wel slechts vanaf de verschoonbaarverklaring van de gefailleerde echtgenoot. Ook degenen die kosteloos borg tekenden voor een natuurlijke persoon of vennootschap, kunnen verschoonbaar worden verklaard. Zij moeten daar wel uitdrukkelijk om vragen, maar worden wel beschermd vanaf de datum van het faillissementsvonnis. In dat geval hebt u evenmin een verhaal tegen de borg.

Bij de pinken zijn, blijft dus de boodschap!

Meer weten? Neem vrijblijvend contact op.

Share Button

Comments are closed.